Stap 1. Consult
Wij beginnen altijd met een consult. Hierin bespreken we je wensen en klachten en komen samen tot een passend behandelplan. Je krijgt daarbij ook uitleg over de kosten, de verwachte behandeltijd en de verwachte tijd die het implantaat nodig heeft om vast te groeien.
Wat neem je mee?
- Eventuele verwijsbrief van je tandarts.
- Geldige legitimatie.
- Overzicht van je medicijngebruik, eventueel een uitdraai via de eigen apotheek.
- Met name het gebruik van bloedverdunners en medicijnen tegen botontkalking zijn voor ons van belang. Het kan zijn dat de dosering hiervan moet worden aangepast.
- Ben je verhinderd? Neem dan tijdig contact op met onze kliniek.
Voor het plaatsen van een implantaat of implantaten moet onderzocht worden of er voldoende kaakbot aanwezig is. Hier hoort een röntgenfoto en soms een driedimensionale scan bij. Als blijkt dat een implantaat voor jou een goede oplossing is, kun je een vervolgafspraak maken voor de behandeling.
Stap 2. Kies of tand vervangen door een wortelimplantaat
Voorafgaand aan de ingreep geeft de implantoloog je een plaatselijke verdoving. Pas als jij aangeeft dat de verdoving goed werkt, start de behandeling. De gehele behandeling is pijnloos.
Na het verwijderen van de tand of kies blijft een holte in de kaak aanwezig. Deze wordt verder opgeboord tot een gaatje ter grootte van het implantaat.
Na het boren plaatsen we het implantaat. Hierbij kun je een beetje druk voelen. De ruimte in de holte rondom het implantaat wordt daarna opgevuld met korrels kunstbot om de hechting te verbeteren. Het net geplaatste implantaat sluiten we af met een tijdelijk dopje, of een tijdelijke kroon of brug. Omdat het implantaat nog moet vastgroeien, mag de tijdelijke kroon of de brug niet belast worden. Wij controleren of je de tijdelijke kroon of brug niet de andere tanden of kiezen niet raakt. Indien nodig slijpen we de tijdelijke kroon of brug iets bij. In sommige gevallen worden er nog enkele oplosbare hechtingen aangebracht.
Stap 3. Na een kies of tand vervangen door een wortelimplantaat
Pijn
Je kunt na de ingreep de voorgeschreven pijnstillers gebruiken. Het is verstandig om te beginnen met innemen van pijnstillers voordat de verdoving is uitgewerkt. De behandelend implantoloog legt duidelijk uit wanneer je het beste kunt beginnen.
Zwelling
Bij een kies of tand vervangen kan de wang of bovenlip gaan zwellen. De zwelling is de eerste twee dagen het ergst en neemt daarna af. Het is verstandig om direct na de ingreep de bovenlip aan de buitenkant enkele uren te koelen. Dit doe je door een cold-pack of ijsblokjes (in een plastic zakje) steeds afwisselend tien minuten tegen de wang te houden en dan weer vijf minuten weg te leggen. Er kan ook een blauwe plek ontstaan. Die trekt vanzelf weer weg.
Bloeding
De kans op een nabloeding is zeer klein omdat de wond is gehecht. Het is normaal dat er af en toe nog een druppeltje bloed uit het wondje komt en je speeksel enkele dagen na behandeling wat roze/rood gekleurd is.
Kunstbotkorreltjes
Het kan voorkomen dat er enkele kunstbotkorreltjes tussen het dopje of tijdelijke kroon en het tandvlees door verdwijnen. Je treft dan een of meerdere kunstbotkorreltjes in je mond aan. Dit is normaal en kan geen kwaad.
Hechtingen
Hechtingen lossen na 10 tot 14 dagen vanzelf op. Soms komen ze al eerder los. Er worden ook wel eens onoplosbare hechtingen gebruikt. Deze moeten na een tot twee weken worden verwijderd. Je maakt daarvoor dan een aparte afspraak bij de implantoloog.
Eten en drinken
Met het pas geplaatste implantaat mag je de eerste werken niet kauwen of afbijten. Druk kan zorgen voor verlies van het implantaat door afstoting van het lichaam.
In principe mag je alles eten, al is het advies zachter voedsel te gebruiken zolang de definitieve kroon/brug nog niet geplaatst is. Je kunt ook gewoon tandenpoetsen. Bij voorkeur niet met een elektrische tandenborstel en niet te dicht bij de wond en het implantaat. De tandenborstel kan de wond of de hechtingen beschadigen, waardoor de genezing verstoord raakt.
Roken verslechtert de genezing en zorgt de jaren na behandeling voor een verslechterde weerstand van de weefsels rond het implantaat. Het dringende advies is dan ook niet te roken.
Mondverzorging
Wij adviseren om de dag voor de ingreep en vanaf de eerste dag na de ingreep twee weken lang twee tot driemaal per dag de mond te spoelen met een desinfecterend mondspoelmiddel, chloorhexidine. Daarvoor krijg je een recept mee. Daarnaast krijg je een antibioticumkuur voorgeschreven. Deze kuur start op de ochtend van de behandeldag. Het is belangrijk dat je de kuur afmaakt, tenzij er bijwerkingen zijn. Neem bij bijwerkingen contact op met onze kliniek. Bij een goede mondhygiëne en regelmatige controles kan het implantaat vele jaren meegaan.
Stap 4. Controle en nazorg
Het duurt minimaal drie tot vier maanden voordat het implantaat is vastgegroeid. Bij voortanden of bij uitgebreidere behandelingen zelfs nog langer. Wanneer na controle blijkt dat je implantaat goed is vastgegroeid kan je tandarts de kroon of brug maken. De tijdelijke kroon, of het dopje wordt dan vervangen door de definitieve tand of kies.